Een volwassen persoon heeft een huidoppervlak van ca. 1,5 – 2 m2. Hierdoor is de huid (cutis) het grootste en zwaarste orgaan. Het biedt bescherming tegen geweld, uitdroging, ziektekiemen, oververhitting.
De huid bevat veel bloedvaten. Ongeveer een derde van het totale bloedvolume. Het bevat ook haren, zweet- en talgklieren, zenuwen (tast-, druk-, temperatuur- en pijnzenuwen), spiertjes en vet.

Wat is de functie van de huid?
Bescherming
De huid biedt bescherming tegen uitdroging, geweld, het binnendringen van ziektekiemen, chemische en thermische inwerkingen en straling.
Zintuig
De huid is een zintuig orgaan. De verschillende uiteinden van korte uitlopers van de gevoelszenuwen hebben ieder hun eigen specialisatie en liggen in de lederhuid. Prikkels (sensaties) als aanraken, temperatuur, druk en pijn worden door de zintuigcellen opgevangen en door de zenuwcellen verzonden naar de hersenen. De elektrische signalen (impulsen) worden in de hersenen omgezet in een waarneming.
Temperatuur
De huid zorgt voor warmteregulatie, het regelt temperatuursveranderingen. Door middel van transpiratie verliest het lichaam warmte. Om warmte kwijt te raken verwijden de bloedvaten in de huid. De vetlaag in de onderhuidse bindweefsel werkt warmte isolerend.
Stofwisseling – vitamine D
De huid is betrokken bij de stofwisseling. Water en zout worden opgeslagen en uitgescheiden via de huid. Vet wordt opgeslagen in de onderhuidse bindweefsel.
UV-straling (de zon) wordt door een vetachtige stof in de huid omgezet in Vitamine D3. Het lichaam heeft vitamine D nodig voor de aanmaak en herstel van botweefsel.
Uit welke lagen is de huid opgebouwd?
- buitenste laag is de opperhuid (epidermis)
- is zichtbaar en bepaald de huidskleur
- de laag daaronder is de lederhuid (dermis)
- daaronder ligt het onderhuidse laag (hypodermis, subcutis)
- met vet, spieren en botten
Opperhuid
De buitenste laag is de opperhuid (epidermis) en bestaat uit de hoornlaag en moederlaag. Via deze laag komen zweetklieren naar buiten, zijn haren zichtbaar en de talgklieren houden de huid vettig.
De hoornlaag (stratum corneum) bestaat uit verhoornde cellen. Deze cellen zijn dode keratinocyten, zonder celkernen. De hoornlaag slijt voortdurend en beschermt het lichaam tegen uitdroging, en is een barrière tegen verschillende schadelijke stoffen.
In de moederlaag (kiemlaag) bevinden zich de pigmentkorrels die de huid een kleur geven. Het pigment (melanine) beschermt tegen UV-straling, zonlicht. Hier worden nieuwe epitheelcellen gevormd doormiddel van celdeling. Deze cellen worden naar de hoornlaag geduwd en verhoornen zich (cytoplasma wordt vervangen door keratine).
Lederhuid
De lederhuid (dermis) is sterk, taai, elastisch en het bestaat uit,
- bindweefsel met veel elastische vezels (door het eiwit elastine is huid elastisch)
- bloedvaten om de opperhuidcellen te voeden met zuurstof en voedingsstoffen
- en afvoer van afvalstoffen
- ook de lymfevaten voeren afvalstoffen af
- en afvoer van afvalstoffen
- uiteinden van gevoelszenuwen die de tast-, druk-, pijn- en temperatuurzin verzorgen
- haarwortels met aan de onderzijde een haarvat voor voedingstoffen en zuurstof
- zweetklieren produceren water en zout (zweet)
- talgklieren scheiden een vettige substantie af, dat zorgt voor soepelheid van de huid
De lederhuid kan zonlicht omzetten in vitamine D. Dit is van belang voor botopbouw, de kalkhuishouding en spierkracht.
Onderhuidse bindweefsel
Het onderhuids bindweefsel is opgebouwd uit losmazig bindweefsel en kan veel vetweefsel bevatten. De vetcellen slaan vet op zodat dit later kan worden omgezet in energie. Het biedt bescherming voor de onderliggende weefsels en organen en houdt warmte vast in het lichaam.
Bij het ouder worden neemt de hoeveelheid bindweefsel af.
Wat is eelt?
Eelt bestaat uit een verdikte hoornlaag. Dit zijn verhoornde huidcellen van de opperhuid. Het kan extra bescherming geven. Maar het kan ook pijnlijk zijn als de laag te dik wordt.
Wat is kippenvel?
Aan de haarschede zit een kleine spiertje die kan samentrekken. Hierdoor komen de haren rechtop te staan wat kippenvel veroorzaakt. De huid wordt wat dikker waardoor de lichaamswarmte beter vastgehouden wordt.
Wat is transpiratie?
Zweetklieren bevinden zich in de lederhuid. Ze produceren transpiratievocht (zweet) en voeren het af naar de oppervlakte van de huid. De opening van het zweetkliertje is de porie. Het zweet bestaat voor het grootste gedeelte uit water met zout, afvalstoffen (ureum) en ammonia.
Het hoge zoutgehalte kan de groei van bepaalde bacteriën remmen. Zweet verlaagt ook de zuurgraad (pH-waarde) van de huid, wat de groei van pathogene bacteriën kan belemmeren.
Samenstelling van zweet: Zweet bestaat voornamelijk uit water, maar bevat ook elektrolyten zoals natrium, kalium, calcium en magnesium, evenals sporen van andere stoffen zoals ureum, lactaat en ammoniak.
Soorten zweetklieren: Mensen hebben twee soorten zweetklieren: eccriene en apocriene klieren. Eccriene klieren bevinden zich over het hele lichaam en zorgen voor temperatuurregulatie, terwijl apocriene klieren voornamelijk in de oksels en de liesstreek zitten en geactiveerd worden door emotionele stress.
Geen geur van zichzelf: Zweet is van zichzelf geurloos. De lichaamsgeur ontstaat wanneer zweet in contact komt met bacteriën op de huid, die het zweet afbreken en geurige bijproducten produceren.
Zweet als koelmechanisme: Zweten is een essentieel mechanisme om het lichaam af te koelen. Wanneer zweet verdampt van het huidoppervlak, onttrekt het warmte aan het lichaam, waardoor de lichaamstemperatuur daalt.
Zweten en gezondheid: Overmatig zweten (hyperhidrose) kan een medische aandoening zijn die het dagelijkse leven beïnvloedt. Het kan genetisch zijn of het gevolg van andere medische aandoeningen zoals diabetes of schildklieraandoeningen.
Zweetproductie: De hoeveelheid zweet die een persoon produceert, kan variëren afhankelijk van factoren zoals geslacht, leeftijd, fysieke conditie en omgevingsomstandigheden. Gemiddeld kan een persoon ongeveer 0,8 tot 1,4 liter zweet per uur produceren tijdens intensieve inspanning.
Emotioneel zweten: Naast fysieke inspanning en warmte kan emotionele stress zoals angst, zenuwen en opwinding ook zweetproductie stimuleren. Dit zweet wordt voornamelijk geproduceerd door de apocriene klieren.
Evolutie en zweet: Mensen hebben in de loop van de evolutie een uniek zweetmechanisme ontwikkeld dat hen in staat stelt langere afstanden te lopen en te jagen zonder oververhitting, in tegenstelling tot veel andere zoogdieren.
Zweet en detoxificatie: Hoewel vaak gedacht wordt dat zweten helpt om gifstoffen uit het lichaam te verwijderen, is het primaire doel van zweten temperatuurregulatie. De meeste detoxificatieprocessen worden uitgevoerd door de lever en de nieren.
Zweet en zoutverlies: Tijdens intensieve fysieke activiteit kunnen mensen aanzienlijke hoeveelheden zout verliezen via zweet. Dit is een reden waarom sportdranken elektrolyten bevatten, om het verlies van zout en andere mineralen aan te vullen en uitdroging te voorkomen.
Wat bepaalt de huidskleur?
De kleur van de opperhuid (huidskleur) wordt bepaalt door het pigment. Deze pigmentstof bestaat uit melanine en beschermt de huid tegen UV-licht. Hoe meer zonlicht op de huid schijnt, hoe meer melanine wordt aangemaakt.
Ook het bloed in de huid zorgt voor verkleuring. Hoe meer zuurstof gebonden is aan het eiwit hemoglobine, in de rode bloedcellen, hoe lichter de kleur rood van het bloed. En hoe minder zuurstof, hoe donkerder de kleur rood.
Melanine en huidskleur: De huidskleur van mensen wordt voornamelijk bepaald door melanine, een pigment dat geproduceerd wordt door cellen genaamd melanocyten. Meer melanine resulteert in een donkerdere huid, terwijl minder melanine resulteert in een lichtere huid.
Genetische variatie: Huidskleur is een polygene eigenschap, wat betekent dat het wordt beïnvloed door meerdere genen. Genen zoals MC1R, SLC24A5, SLC45A2 en TYR spelen een rol in de variatie van huidskleuren tussen verschillende populaties.
Aanpassing aan zonlicht: Donkere huid ontwikkelde zich als een aanpassing aan gebieden met hoge zonnestraling, zoals rond de evenaar, om te beschermen tegen schadelijke UV-straling. Lichtere huid daarentegen evolueerde in gebieden met minder zonlicht, om voldoende vitamine D te kunnen synthetiseren.
Oorsprong van de moderne mens: Alle moderne mensen stammen af van voorouders die oorspronkelijk een donkere huid hadden. Naarmate groepen migreerden naar gebieden met minder zonlicht, veranderde hun huidskleur door natuurlijke selectie.
Vitamine D-synthese: Een lichtere huid is efficiënter in het synthetiseren van vitamine D uit zonlicht, wat essentieel is voor de botgezondheid en het immuunsysteem. In gebieden met weinig zonlicht was dit een voordeel voor overleving en voortplanting.
Etnische diversiteit: Wereldwijd is er een enorme diversiteit in huidskleuren, die varieert van zeer licht tot zeer donker. Deze diversiteit weerspiegelt de verschillende omgevingsomstandigheden en migratiepatronen van menselijke populaties.
Kleurverandering door blootstelling: De huidskleur kan tijdelijk veranderen door blootstelling aan de zon. Mensen met een lichtere huid kunnen bruiner worden (melanineproductie neemt toe) als reactie op UV-straling, wat een beschermend effect heeft.
Huidskleur en ziekte: Sommige aandoeningen kunnen de huidskleur beïnvloeden. Vitiligo bijvoorbeeld veroorzaakt verlies van pigment, waardoor lichte plekken op de huid ontstaan. Melasma, vaak gezien bij zwangere vrouwen, veroorzaakt donkere vlekken op de huid.
Culturele betekenis: In veel culturen heeft huidskleur een belangrijke sociale en culturele betekenis. Historisch gezien zijn er vooroordelen en discriminatie gebaseerd op huidskleur, wat leidt tot ongelijkheden die nog steeds bestaan in de samenleving.
Biologische bescherming: Melanine biedt bescherming tegen de schadelijke effecten van UV-straling, zoals DNA-schade die kan leiden tot huidkanker. Daarom hebben mensen met een donkerdere huid gemiddeld een lagere kans op huidkanker dan mensen met een lichtere huid.
Waarom is de huid vettig ?
De talgkliertjes scheiden een vettige substantie (talg) af om de huid soepel te houden. Talg voorkomt ook het binnendringen van bacteriën. De productie van talg staat onder invloed van de hormonen testosteron en oestrogenen. Het afvoerbuisje ligt tegen een haar aan waardoor het via de opening uitgescheiden kan worden naar de huidoppervlakte. Tijdens de puberteit kunnen afvoerbuisjes dichtslibben waardoor jeugdpuistjes (acne) ontstaan.
Productie door talgklieren: Talg wordt geproduceerd door talgklieren, die zich in de huid bevinden, voornamelijk in gebieden zoals het gezicht, de hoofdhuid, en de bovenrug. Deze klieren zijn meestal verbonden aan haarfollikels.
Samenstelling van talg: Talg bestaat uit een mengsel van lipiden, waaronder triglyceriden, vetzuren, wassen, squaleen en cholesterol. Deze stoffen helpen de huid en het haar te hydrateren en te beschermen.
Beschermende functie: Talg vormt een waterdichte barrière die helpt de huid te beschermen tegen uitdroging, bacteriën en andere schadelijke stoffen uit de omgeving.
Hormonale invloed: De productie van talg wordt gereguleerd door hormonen, vooral androgenen zoals testosteron. Dit verklaart waarom talgproductie vaak toeneemt tijdens de puberteit.
Olieachtige huid: Overmatige talgproductie kan leiden tot een vette huid, wat vaak resulteert in een glanzend uiterlijk en een verhoogd risico op acne door verstopte poriën.
Huidveroudering: De productie van talg neemt af met de leeftijd, wat bijdraagt aan de droogheid en de dunner wordende huid die vaak wordt waargenomen bij oudere volwassenen.
Acne en talg: Een overproductie van talg, gecombineerd met dode huidcellen en bacteriën, kan leiden tot de vorming van acne. De bacterie Cutibacterium acnes speelt een rol bij de ontsteking van verstopte talgklieren.
Seborrheic dermatitis: Dit is een huidaandoening die wordt gekenmerkt door rode, schilferige vlekken en een vette huid. Het komt vaak voor op de hoofdhuid, maar kan ook andere gebieden zoals het gezicht en de borst aantasten.
Verzorgingsproducten en talg: Veel huidverzorgingsproducten zijn ontworpen om de talgproductie te reguleren, waaronder reinigingsmiddelen, toners en moisturizers die olievrij of niet-comedogeen zijn om verstopte poriën te voorkomen.
Natuurlijke smering: Talg speelt een cruciale rol bij het natuurlijk smeren van de huid en het haar, waardoor het zachter en glanzender blijft. Dit natuurlijke smeermiddel helpt ook om de huid soepel te houden en voorkomt scheuren en irritaties.
Welke haarsoorten bestaan er?
Het lichaam heeft verschillende soorten haar,
- hoofdhaar
- heeft esthetische functie
- beschermt tegen uv-straling (zonlicht)
- voorkomt warmteverlies
- schaamhaar
- okselhaar
- verantwoordelijk voor het vasthouden van geuren
- borsthaar
- haar op de ledematen (armen en benen)
- wimpers
- beschermen de ogen tegen vuil
- wenkbrauwen
- spelen een rol in de gezichtsuitdrukkingen
- zorgen dat transpiratie, vanaf het voorhoofd, niet in de ogen terecht komt